Een tijdje terug vroeg  de redactie van het Blaricumse dorpsblad Heienwei me columnist te worden. Maar er was er al één en waarom zou je verdubbelen? In plaats van een column stelde ik voor maandelijks verslag te doen van de vergadering van de Gemeenteraad. Ik denk dat  er nostalgie meespeelde in dat voorstel. Mijn vader is zijn journalistieke loopbaan, we hebben het over de tweede helft van de jaren dertig van de vorige eeuw, begonnen met het verslaan van de gemeenteraadsvergaderingen rondom Zwolle. Kuinre, Vollenhoven, noem maar op. Hij vertelde er wel eens over. Over de Raad zelf viel weinig te schrijven, maar na afloop gingen ze naar het café. Daar kwamen de raadsleden ook en dan begon het pas. Daar werd het nieuws gegaard. Ik moet zeggen, de sfeer is wel anders dan in de verhalen van mijn vader, al wordt na afloop iedereen uitgenodigd voor een nazit. Ik heb er het geduld niet voor. Ben ook niet uit op nieuws, zoals mijn vader dat was. Het gaat me om het proces. Om de manier van omgang. Om het functioneren van de democratie. Om vertegenwoordiging en of dat waargemaakt wordt. Ik kijk mijn ogen uit.

Bestuurskracht

Is er nog toekomst voor een zelfstandige gemeente Blaricum? Als het aan de Provincie Noord-Holland ligt niet en als het aan de Blaricumse afdeling van D66 ligt ook niet. D66 vindt de kwaliteit van het bestuur in de regio Gooi & Vecht zo belabberd, dat de Partij nu maar eens wil doorpakken en voorstelt de hele regio onder te brengen in één “robuuste, zelfbewuste en daadkrachtige gemeente”. Toen de woordvoerder van D66 dat zo maar even zei tijdens de Raadsvergadering van dinsdag 1 november, was het alsof iemand middenin het Sinterklaasfeest ineens zegt dat Sinterklaas niet bestaat. De andere partijen in de Raad besloten te doen of ze het niet gehoord hadden en dat is ook tegenover Sinterklaasontkenners de beste tactiek.

Op tafel in de Raad lag een rapport van Deloitte, gemaakt in opdracht van de Provincie. Het rapport ging over de bestuurskracht in de regio Gooi & Vecht en concludeerde dat die nauwelijks voldoende was en dat het beter zou zijn als het aantal gemeentes teruggebracht zou worden van zeven tot drie. Exit Blaricum.

Ik vond dat wel slim aangepakt van de Provincie. Het opheffen van gemeentes ligt emotioneel gevoelig. Bedenk daarom iets dat objectiviteit suggereert en waar eigenlijk niemand tegen kan zijn. Iets dat past in onze huidige cultuur van regelgeving en controle. Zo kom je als vanzelf op “Bestuurskracht”. De term zegt niets en suggereert alles. Precies een term voor deze tijd waarin het pragmatisme van de bureaucratie (“goed is wat werkt”) de ideologie heeft vervangen en we niet meer inhoudelijk besluiten op grond van wat we willen en geloven, maar op grond van wat beter of minder goed werkt – of liever nog op grond van dat waarvan degene die uiteindelijk de macht heeft, zegt dat het werkt.

Zou het daardoor zijn dat het op die mistige avond van de eerste november niet ging over inhoud? Niet ging over nut en belang van een eventueel voortbestaan van een zelfstandige gemeente Blaricum. Sterker nog dat over die zelfstandigheid, behalve dan in die ene uitspraak van D66, met geen woord gesproken werd. Alsof er een olifant stond in de raadszaal, maar het woord olifant niet mocht vallen. Waar het dan wel over ging? Nou, vooral over het voornemen van B en W de ambtelijke diensten van de BELgemeentes (personeel, financiën enz.) onder te brengen bij Hilversum. De Raad vond die keus te snel gemaakt, wilde onderzoek naar andere mogelijkheden, zoals onderbrengen bij Huizen en probeerde tevergeefs een tegenstribbelende burgemeester daartoe over te halen.

Ik zat er vol verbazing bij. Op tafel lag een rapport van de Provincie met de aankondiging van het einde van een zelfstandige gemeente Blaricum. Natuurlijk willen B en W dat niet. Net zo min als de Raad dat wil. Speur dan samen naar de toegevoegde waarde van de eigen gemeente en maak je daar sterk voor. Maar nee. De discussie gaat over de ambtelijke diensten en de beste manier die bij anderen onder te brengen.

Is dat het belangrijkste probleem als je je sterk wil maken voor behoud van zelfstandigheid?