Terwijl ik voor mijn stukje van de vorige keer op deze plek luisterde hoe de Gemeenteraad de plannen voor de Bijvanckpleinen besprak, ontsnapte de hond Flash. Ik merkte het meteen bij thuiskomst. Het tuinhek stond open en dat hoort niet. Voor het huis mijn vrouw. Beetje wanhopig. Ze had er al twee uur zoeken opzitten. Ik stapte in de auto en reed ook nog een uurtje door het donkere dorp. Mijn vrouw had intussen al gebeld met de Dierenambulance. Ook daar geen bericht.

De filosoof Heidegger zei ooit dat de timmerman pas weet wat de hamer voor hem betekent als de steel van de hamer gebroken is. En zo was het. Ineens voelde ik wat de hond voor me betekent, hoe hij deel uitmaakt van mijn leven. Ik miste de ogen waarmee hij me, al lijkt hij te slapen, permanent in de gaten houdt. Iedere dag loop ik een uur. Denk je dat ik dat zonder hond zou doen? En dan ineens verdwenen.

Ook nog zonder halsband met 06-nummer. Hij was immers thuis. Van slapen kwam die nacht niet veel. Je staat toch om de twee uur even op. Maar nee, niets, nada. De volgende dag belden we met de Stichting Amivedi die een website beheert voor weggelopen huisdieren. Buitengewoon vriendelijke en meelevende mensen. Een beschrijving met foto kwam op het net. We plaatsten een bericht op Facebook en hingen een Vermist, met foto, op plaatsen waar hij vaak komt en bekend is. Er zat emotie in die oproep. Volgens sommige vrienden zelfs een beetje te. Waarschijnlijk hadden ze gelijk. Maar het voelde of ik iets kostbaars verloren had. Een mens is onvervangbaar. Een hond niet. Ik weet het. Maar toch.

Intussen meldde zich een aardige mevrouw van de Stichting Dogsearch Nederland. Zij bood aan die avond met twee speurhonden teams te gaan zoeken. “Maar”, zei ze, “hebt u al op de site Amivedi gekeken. In Nijkerk is een hond aangemeld”. Op de site zag ik een bruine hond die best Flash zou kunnen zijn. Maar Nijkerk? Eerst de A27 over en dan de Eem? Overg e z w o m m e n bij het pontje van Eemdijk of via de brug bij Eembrugge? Onwaarschijnlijk.

Ik riep mijn vrouw. De gelijkenis was frappant. We kregen een telefoonnummer. Een boerderij ergens in de polder tussen Bunschoten en Nijkerk. Ja, die ochtend had er een volledig uitgeputte hond met stuk gelopen poten voor de deur gestaan. Hij had de hele dag geslapen. Bij de dierenarts hadden ze het nummer van zijn chip uitgelezen. Ik kon het nummer voorlezen, dan wisten we of het Flash was. Ik haalde diep adem. Het voelde als examen. Het nummer klopte.

Een wonder. Ik ging hem meteen halen. Hij sprong tegen me op, maar leek het weerzien toch als iets vanzelfsprekends te zien. Natuurlijk kwam de baas hem halen. Daar was hij baas voor. Thuisgekomen viel hij meteen in slaap en liet ons met een raadsel. Hoe kon hij opduiken in Nijkerk? Meegenomen en later uit de auto gegooid of ontsnapt? Of op weg op eigen kracht? Maar waarheen en waarom?