Open haard. Glas wijn erbij – geniet, maar drink met mate. Gordijnen dicht. De buitenwereld buitengesloten. Melancholie. Denken aan vroeger. Maar alleen gefilterde herinneringen mogen binnen. Herinneringen aan vroeger als de tijd van peilloos goed en niks aan de hand.
Ik weet het: wegkruipen in een cocon, een deksel over het verdriet met hulp van verdringing en een goed glas wijn, het is een vlucht. Het is de troost van de illusie. Maar de tussenweg tussen deze illusie van geborgenheid bij de open haard en het rauwe verdriet om de realiteit kan ik nog maar moeilijk vinden. December is bij uitstek de maand waarin je dat ervaart. De illusie van geborgenheid dringt zich op. Verdringen wil je niet. Maar machteloos verdrietig tegenover elkaar zitten is ook zo droef.
Ze had een kerstboom. Zo één, die je na gebruik kunt afstoffen en opgevouwen opbergen in een doos. Ik houd niet van kunstbomen, maar ze had zich niets van mijn bezwaren aangetrokken. Het was een boom die haar helemaal paste. Wel sfeer, geen uitvallende naalden en troep in huis. Alle versiering zelf uitgezocht op de reizen die ze maakte. Bij ieder versiersel een verhaal. De boom vertelde haar leven. Toen ik haar vond, die verschrikkelijke eerste week van januari van dit jaar, stond de boom nog opgetuigd in de kamer. Ze lag er vlakbij. Dood. Sinds dat moment kan ik geen kerstboom meer zien zonder brok in de keel. Alleen daarom al is december een moeilijke maand.
Haar boom staat nu in het huis van onze zoon. Dat is goed. Er wordt iets doorbroken. Iets dat verbonden was met haar leven, haar persoon, krijgt een nieuwe bestemming. Verliest daardoor iets van zijn intimiteit. Wordt minder relikwie, maar krijgt een nieuw bestaan in een andere wereld. Zoals ook haar huis van háár huis verandert in een huis voor anderen. Dat is goed. Het helpt om met haar dood in het reine te komen.
In het begin voelde iedere activiteit in die richting als ontrouw. Zelfs verraad. Dat gevoel ging ver. We hadden te veel rouwkaarten besteld en waren ontdaan bij de gedachte dat de overblijvende kaarten met haar foto in de oud papierbak zouden belanden. Alsof we haar zelf bij het oud papier zetten. We zijn daar wat sterker in geworden. Maar bij de confrontatie met haar boom besef je hoe dun het ijs nog is.
Natuurlijk, het hele jaar door investeren we in gezelligheid en aandacht voor elkaar. Maar december springt er toch uit. Door die twee feesten van warmte en gezelligheid. Sinterklaas en Kerst. Beide feesten zitten vol met rituelen. In het ene gezin draait het bij Sinterklaas om surprises, in het andere om gedichten. Voor weer een ander hoort samen eten bij Sinterklaas. Vaak hoor je dat iedereen op pakjesavond bij voorkeur zit op dezelfde stoel als vorig jaar. Op dezelfde plek in de kamer. Met Kerst is het niet anders. Eerste Kerstdag altijd bij de één, Tweede Kerstdag bij de ander, of andersom. Vaak wordt moeder haast ritueel gehaald op Eerste Kerstdag of meldt zich een vriend of vriendin, die er-met-Kerst-altijd-bij-is. Ook het menu ligt vaak vast. Eerste Kerstdag altijd zus, Tweede Kerstdag altijd zo. We voelen feilloos aan welk eten past bij Kerst, en welk eten niet.
Met al hun vaste momenten zijn Sint en Kerst rituele gebeurtenissen waarin het familie- , gezins- of vriendschapsgevoel gevierd wordt. Normaal gesproken zijn die gevoelens abstract, maar in rituelen kun je ze concreet maken. Een huwelijk is zo’n ritueel, of de viering van een speciale verjaardag (50 of 65 jaar). Of een begrafenis. Wat je voor elkaar betekent, kun je op die momenten haast tastbaar voelen. Vandaar de tranen die er vloeien bij een speech. Soms tranen van verdriet, soms van vreugde. Want wat ons raakt, emotioneert ons.
Sint en Kerst zijn net als huwelijk, verjaardag en begrafenis, rituele gebeurtenissen. Zij het bijzondere, omdat ze ieder jaar terugkeren. In december.
Vaak kun je niet goed zeggen hoe het zat met de liefde en genegenheid in het gezin waarin je opgroeide. Maar kijk door je oogleden terug naar vroegere Sinterklaas- of Kerstfeesten en je ziet het voor je. Of, want het tegendeel is ook mogelijk, je ziet wat er toen aan liefde en genegenheid ontbroken heeft.
Rituelen ontwikkelen zich heel langzaam. Afspraken er over worden nooit expliciet gemaakt. De rituelen van Sinterklaas en Kerst laten zien hoe we als familie, gezin of vriendenkring willen zijn. Zijn we ook zo? Of maken we ons wat wijs en spelen we bij Sinterklaas en Kerst ‘happy family’ om na afloop opgelucht te constateren dat we er weer een jaar af zijn. Als de keizer geen kleren aan heeft, wie durft dat dan te zeggen?
Hoe heftig, hoe destabiliserend werkt het als een buitenstaander, meestal in de persoon van een kersverse schoondochter of schoonzoon, voor het eerst in de kring, niet echt mee doet en laat merken zich niet thuis te voelen? Hoe kwetsbaar zijn we in die twee symbolen van familiegevoel, Sint en Kerst.
Mijn dochter leefde alleen. In harmonie met zichzelf. In haar kunstkerstboom werd dat weerspiegeld. Symbool van zelfredzaamheid in zake geluk. Haar dood te vinden bij dat symbool was sowieso al hartverscheurend.
Haar aanwezigheid was ook essentieel voor de invulling van onze symbolische decemberfeesten. Wat is Sinterklaas zonder haar gedichten, zonder de intense vreugde en verwachtingsvolle spanning op haar gezicht als een door haar gemaakt gedicht werd voorgelezen en het bijbehorend cadeau werd uitgepakt? Wat is Kerst zonder het door haar gemaakte toetje op het kerstdiner van Kerstavond – altijd Kerstavond om haar niet te claimen voor de Kerstdagen, want ze hield niet van claims. Daar stond ze, in de keuken, om op het allerlaatste moment de final touch op haar desserts aan te brengen. En je moest daar geen enkele aanmerking op maken. Ze was kwetsbaar in haar desserts.
Valt een stuk gelopen ritueel te vervangen? Natuurlijk willen we dóór met het onderstrepen van het familiegevoel. Maar kan dat ook als er niet meer te vieren valt, zoals we vroeger vierden dat we elkaar lief hadden? Voor die vraag stelt december de rouwenden. De rouwenden mogen niet zeggen: nu stellen Sint en Kerst niks meer voor. Dat mag niet vanwege alle liefde om hen heen, vanwege de liefde en genegenheid die zij juist in droeve tijden ervaren van kinderen, kleinkinderen, familie en vrienden.
Maar een nieuw ritueel om die liefde en genegenheid te vieren en te beleven trek je niet zo maar uit de kast. Het is goed als kinderen hun net weduwe geworden moeder met Kerst bij hen uitnodigen. Maar vroeger toen zij nog geen weduwe was, ontving zij zelf, vierde haar ritueel in eigen huis. Dat is voorbij en zo wordt Kerst een confrontatie met vroeger. Vroeger, zoals het was en nooit meer wordt. De weduwe ziet hoe haar kinderen hun best gedaan hebben. Het ontroert haar. Maar nooit voelde ze smartelijker dat ze alleen is, dat haar man er niet meer is. Ze vindt zichzelf ondankbaar, verwijt zichzelf haar verdriet, wil de vrolijkheid van het samenzijn niet verzieken. Huilt later, alleen in haar bed in de onwennige logeerkamer van haar kinderen. Tranen om een ritueel dat was maar nooit meer terug komt.
Daarom is december zo’n moeilijke maand.
Recente reacties