Het denken blijft doorgaan

Op zoek naar levenswijsheid

Handleiding voor een Evenwichtige Geest en een Kalm Gemoed - Lenoir, Frederic F

 

Duizenden jaren, aldus Fréderique Lenoir, heeft religie de rol van opvoeder van het innerlijk leven vervuld. Die rol vervult ze, althans in Europa, steeds minder. Ze is verstard. Terwijl mensen op zoek zijn naar zingeving, biedt zij slechts dogma’s en normen. 

Lenoir springt in dat gat. Gaat zijn lezers voor op weg naar wijsheid. Begin eens, houdt hij hen voor, met toe te geven dat we geen volledige controle op ons leven uitoefenen. Hij citeert de middeleeuwse mysticus Meister Eckhart met zijn “niets willen, niets weten, niets hebben” als voorwaarde voor Gelassenheit en sereniteit. Maar toch, ook al ontbreekt volledige controle, voor onze reactie op geluk en ongeluk zijn we wél zelf verantwoordelijk. Lenoir moet niets hebben van de slachtofferrol die mensen zich tegenwoordig aanmeten – met een claim op schadevergoeding onder handbereik. 

Wie zich verantwoordelijk voelt voor het eigen bestaan, voelt zich ook verantwoordelijk voor het leven in algemenere zin. Zo iemand steunt mensen in nood, komt op voor mensenrechten, strijdt voor behoud van de planeet. Ken vooral u zelf, zegt Lenoir. Zelfkennis verjaagt het geïdealiseerde beeld dat wij van onszelf hebben. Iemand met zelfkennis ziet in anderen zichzelf en oordeelt daarom niet. 

Lenoir is een gelovig mens. Zij het niet gelovig, zoals zijn Katholieke Kerk dat voorschrijft. In de stilte van het gebed bereikt hij zijn diepste innerlijk. Hij hoort de stem van zijn geweten en probeert de wil van God te doen. Tot het leven zelf heeft hij een nederige houding. Het leven is zoals het is, en niet zoals we het zouden willen of dromen. 

Tot twee keer toe schrijft hij over veerkracht die bestaat in onvermoede krachten waarmee we bij tegenslag en verdriet uiteindelijk met een grotere wilskracht, een grotere ambitie aan onszelf vorm kunnen geven. 

Lenoirs wijsheid is de wijsheid van een actief, betrokken en veerkrachtig mens. Die zich verantwoordelijk voelt voor het leven, de mensen, en zichzelf. Hij kent het verdriet. Weet van de pijn die hoort bij het leven als we geliefden verliezen. Het is de tol die we betalen voor onze liefde. De pijn moeten we met open ogen accepteren.  

Witte Donderdag hoorde ik de Matteus Passion.

 

Buss und Reu

knirscht das Sündenherz entzwei,

dass die Tropfen meiner Zähren

angenehme Spezerei,

treuer Jesu, dir gebaren.

 

zingt de Alt in het begin als een vrouw de voeten van Jezus zalft. Er is nog hoop. Er zit nog veerkracht in de mensen. Ze kunnen nog wat. Al zijn het maar tranen van berouw. Laten die dan zijn als geurige olie. 

Na Jezus’ geseling bieden ook de tranen geen soelaas meer. Opnieuw zingt de Alt:

 

Können Tranen meiner Wangen

nichts erlangen,

o, so nehmt mein Herz hinein!

Aber lässt es bei den Fluten,

wenn die Wunde milde bluten,

auch die Opferschale sein! 

 

Geen veerkracht meer. Zelfs niet in onze tranen. Ons hart slechts een offerschaal voor Jezus’ bloed. 

Vroeger zou ik die tekst als typisch voorbeeld voor Bachs piëtistische bloedtheologie hebben gezien. A la Lenoir zou ik vertrouwd hebben op mijn eigen veerkracht. Maar veerkracht veronderstelt behalve kracht ook richtinggevoel. Een veerkrachtig mens weet in welke richting het herstel dient te gaan. Ik heb intussen ervaren dat het leven je met iets kan confronteren waardoor je dat richtinggevoel kwijt raakt. Niet uit slapte of onvoldoende zelfinzicht, maar existentieel. Zo’n moment beschrijft Bach in het beeld van het hart als offerschaal voor Jezus’ bloed. Er valt niets meer te geven, alleen te ontvangen.

Zulke momenten van ontvangen heb ik, zo merk ik nu, in het samenzijn met vrienden. Het is in dat samenzijn of je, nadat je de weg bent kwijt geraakt, even met anderen oploopt. Het lijkt even of het bestaan weer richting heeft. Al hoeft dat helemaal niet. Zo snel gaat dat niet. Maar het is al troostvol als het zo lijkt. 

Mijn hele leven heb ik Pasen gevierd, maar pas dit jaar heb ik begrepen waarom de Opstanding pas ervaren wordt als de discipelen met elkaar samen zijn. Aan een tafel. Pasen is niet een individuele emotie maar wordt ervaren in een samenzijn van vrienden, waarin richtingsgevoel, levensmoed ontstaat. 

Lenoir gaat sterk uit van eigen veer- en denkkracht. Aan mijn levenswijsheid is inmiddels het inzicht toegevoegd, dat er momenten zijn waarop eigen veer- en denkkracht te kort schiet. Dat heb ik te accepteren. Gelukkig zijn er dan mensen die verder helpen. Op zulke momenten is het hart een offerschaal. Alleen in staat te ontvangen. Wij zijn bedelaars, zei Luther. Ik begrijp dat nu. Beter dan ooit. 

Frédéric Lenoir, Handleiding voor een evenwichtige geest en een kalm gemoed. 

Uitgevrij Ten Have € 19,95

 

2 reacties

  1. r.g.k.kraan

    De bespreking van het boek van Lenoir kreeg ik toegestuurd door Jannie v.d.Hul-Omta, een vriendin van mijn onlangs overleden vrouw. Ik heb de bespreking geboeid gelezen: waardevolle en bemoedigende inzichten. Alleen het beeld van de offerschaal om Jezus’ bloed op te vangen, ging mij toch te veel in de richting van de vroegere bloedtheologie. Ik werd met Pasen meer gesterkt door de boodschap (niet van een levend geworden dode maar van): ‘Sta op, rol de steen weg, er is nieuwe hoop!’Overigens zou ik heel graag ook in het vervolg uw bsprekingen willen otvangen. Bij voorbaat veel dank. Reyer (dr.r.g.k.) Kraan

  2. theo woldringh

    Beste Jan. Marie en ik zijn trouwe lezers van je blog en waren getroffen door het better en worse thema van je laatste recencie. Ik herken dat volledig. Het verdriet mde tijd en het leven weer oppakken. Soms op een andere manier zoals i mijn geval. Verdrietige mensen die ik tegenkom mogen mijn niet verlaten zonder een glimlach of een ander gevoel. Dat is mijn opdracht van de Heer. En het lukt me altijd.Ik hoop dat het je bevalt op Bonaire en kijk uit naar het vogende verhaal. We spreken elkaarThe0

© 2024 Jan Greven

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑