Voor de gemeente Blaricum zijn het spannende tijden. De Provincie Noord-Holland wil een bestuurlijke fusie (lees opheffen en samenvoegen) van Blaricum, Huizen en Laren (BHL). BHL wil zelfstandig blijven, ambtelijk nauwer samenwerken en wethouders die tegenover drie gemeenteraden verantwoordelijk zijn voor regionale onderwerpen.

Bij die reactie kun je een paar vragen stellen. Hoe stelt de BHL zich die ambtelijke samenwerking voor? Hoe kan in het huidige systeem één wethouder tegenover drie gemeenteraden verantwoordelijk zijn? Begrijpelijke vragen en terecht dan ook dat de Provincie de colleges van Burgemeesters en Wethouders van de BHL gevraagd heeft om nadere toelichting en onderbouwing. Veel tijd daarvoor hebben de colleges trouwens niet. Uiterlijk de eerste week van oktober moest het uitgewerkte voorstel bij de Provincie liggen. Waarom dat op zo’n korte termijn moet, is me trouwens een raadsel; de Provincie verwijst naar de termijn in de door haar gekozen arhi-procedure. Zoals we weten uit diverse sprookjes wordt een voorschrift (wie aanklopt bij het kasteel voor de hand van de schone prinses moet een onoplosbaar raadsel oplossen, anders gaat zijn kop er af) niet minder raadselachtig door verwijzing naar een raadselachtige procedure.

BVV’31

De burgemeesters van de BHL zijn keihard aan het werk en hebben de raadsleden voorafgaand aan de raadsvergadering van 26 september vertrouwelijk bijgepraat. Tijdens de Raadsvergadering zelf is over dit onderwerp met geen woord  esproken. Ik weet het want ik was er bij. Het was een hele zit die tot iets voor half twaalf duurde. Die lange duur werd veroorzaakt door het voortgaande gesteggel over de geheimhouding van een paar  tukken die helderheid zouden moeten verschaffen over mogelijke oneffenheden bij de aanbesteding van twee kunstgrasvelden en wat kleedkamers voor de Blaricumse Voetbalvereniging BVV’31.

Ik heb de stukken niet gezien. Ik heb er geen mening over. Wel verbaasde me de heftigheid van de emotie rond het onderwerp. Het moet de machtsvraag zijn, bedacht ik me toen ik tijdens de  Raadsvergadering al het heen en weer weer eens, want niet voor de eerste keer, aanhoorde. Uiteindelijk ging het bij de kunstgrasvelden om de vraag wie de baas is in het dorp. De Blaricummers die  elkaar informeel weten te vinden en in een mum van tijd een plan hebben voor het probleem van hun voetbalvereniging waar alle betrokkenen mee kunnen leven? Of ‘de anderen’ die, en ook weer niet ten onrechte, wijzen op Europese aanbestedingsregels en bestuurlijke transparantie en met wantrouwen vervuld kijken naar de pijlsnelle wijze waarop BVV’31 zijn problemen opgelost zag. Intussen is  de Raad (ook weer vertrouwelijk) helemaal bijgepraat en heeft in meerderheid besloten dat je verschillend kunt denken over de gekozen aanpak en dat de geheimhouding kan worden opgeheven.  Tijdens de Raadsvergadering kon je haast het gesis horen waarmee de lucht liep uit deze strak opgeblazen ballon.

Alles over een dorpsrel. Niets, zelfs niet in mededelende zin, over waar het echt om gaat: de bestuurlijke toekomst van ons dorp. Eerst was ik verbaasd, later iets van beledigd. Hoe serieus wordt de burger genomen?