Overlevingskunst

Het boek van Christa Anbeek over overleven na de dood van een dierbare lag al op mijn bureau toen alles nog goed was. Alles was nog theorie. Hoe zou ik overleven als mijn vrouw eerder zou sterven? Ik vroeg het me wel eens af, al had ik geen idee. Geen moment dacht ik aan overleven na de dood van een kind.

En nu? Nu lees ik Anbeek als een gids die me voorgegaan is op een weg die ik nog maar net begonnen ben. In tijd en bezinning is ze me vooruit. Tijdens een wandeling in de Spaanse bergen stierf haar vriend Paul, met wie ze tien jaar samen was, totaal onverwacht aan een hartstilstand. Het was niet haar eerste contact met de dood. Op jonge leeftijd verloor ze haar vader, moeder en broer. Met hun dood was ze nooit in het reine gekomen. Te trots om de dood te accepteren, zegt ze zelf. Maar dankzij Paul was het gelukt het leven weer op te pakken. Tot die dag in Spanje waarop haar alles uit handen werd geslagen. Hoe moest ze verder? 

In haar zoektocht naar een antwoord laat ze een variëteit van psychiaters, schrijvers, filosofen, boeddhisten en Pim van Lommel, de cardioloog van de bijna-dood ervaringen de revue passeren. 

Onder hen levensfilosofen als Joep Dohmen en Wilhelm Schmid. Hun filosofie bestaat voor een groot deel uit inzichten en oefeningen waardoor de mens het leven met al zijn wederwaardigheden aan kan. Bij gevorderden die vertoeven in relatieve kalmte lijkt dat goed te lukken. Maar lukt het ook als iemand probeert te overleven? Anbeek heeft haar twijfels. In de storm merk je pas wat stuurloosheid is. Dan pas merk je hoe weinig invloed een mens kan uitoefenen op zichzelf.   

Ik denk dat ik dat nu met haar eens ben. Dat ‘nu’ moet er wel bij. Want eerder kon ik goed uit de voeten met de gedachte van het leven als een kunstwerk waar ik zelf verantwoordelijk voor ben. Ik voelde me sterk, wist natuurlijk van vergankelijkheid. Maar dacht bij vergankelijkheid alleen aan mijzelf, aan mijn eigen dood. Ten onrechte. 

Anbeek verloor haar vriend, waarmee ze uiteindelijk, na alle verdriet om vader, moeder en broer, een goed leven had opgebouwd. Die inslag was te groot om er via de levensfilosofie mee in het reine te komen. Dat herken ik. 

Ze leerde haar Paul kennen via het Zenboeddhisme. Na zijn dood mediteerde ze urenlang om haar Ik-gerichte manier van leven op te geven en zo zichzelf op te lossen in een oneindigheid waarin leven en dood in een voortdurend komen en gaan in elkaar overlopen. Het lukte haar niet. Ze kon zichzelf niet opgeven, klampte zich te veel vast aan het verleden. Wilde niet over haar eigen emoties heen stappen. Wilde blijheid om geluk blijven voelen en pijn om ongeluk. Het ging haar om de werkelijkheid. Niet om abstracte oneindigheid. “Hoe je ook mediteert”, schrijft ze, “het maakt een groot verschil of iemand dood is of levend of iemand mij aanraakt of niet meer bewegen kan.” 

Tegelijk blijft ze zich aangetrokken voelen door de boeddhistische overgave: zonder woorden, zonder denken, zichzelf verliezen in een oneindig perspectief. Heeft een mens uiteindelijk een andere keus? Op onze vragen krijgen we geen antwoord. Onze verlangens worden niet vervuld. Maakt dat wat uit? Schieten we er iets mee op als we de antwoorden op onze vragen wel zouden kennen? Is het niet veel wijzer er in te berusten dat onze diepste verlangens niet in vervulling gaan, ons over te geven aan de grote stroom van het leven en kortstondig geluk dankbaar te ervaren? Dat je leeft is genoeg. Meer is er niet. Er hoeft geen reden te zijn om door te gaan met leven 

Ik begrijp het. Antwoord op mijn vragen hoef ik ook niet te krijgen. Zo veel zin zit er niet in wat ons overkomt. Maar overgave aan de grote stroom is me net iets te passief. Ik wil blijven leven met betekenis. Míjn betekenis. Die wil tot betekenis laat ik me door de dood niet afnemen. In dat zoeken naar betekenis hebben ook de gestorvenen een plaats. Wat betekenden ze voor me? Wat betekenen ze nu, na hun dood, voor me? Wat is zo betekenisvol geweest in hun leven dat ik dat namens hen wil doorgeven? Zo blijven ze bij me, raak ik ze niet kwijt.  

 

Christa Anbeek, Overlevingskunst. Leven met de dood van een dierbare.

Uitgeverij Ten Have € 18,25