Dedoodkomtsteedslater

 Als arts in opleiding moest Doeke Post van zijn leermeester, de internist G. A. Lindeboom, tot de allerlaatste snik doorgaan met het behandelen van patiënten. Eerder stoppen vond Lindeboom een aantasting van het leven. Een andere leermeester, de sociaal geneeskundige Drogendijk, vond dat artsen nooit de pil mochten voorschrijven, want de pil beïnvloedde de fysiologie van de voortplanting en was daarmee in strijd met de scheppingsordening.

Als ik vijftig jaar later lees over die standpunten, voel ik iets van nostalgie. Wat is het hard gegaan! Wat leek toen alles helder! Euthanasie en pil mochten niet. Om van abortus maar te zwijgen. Punt uit! Je beseft eens te meer hoe ingewikkeld het voor trouwe katholieke gelovigen is, dat hun Eijken en andere hoge bomen nog net zo denken.

Post is wél verder gegaan. Zij het niet meteen. Ooit waarschuwde hij voor een hellend vlak bij verruiming van de euthanasiewet. ‘Ik had ongelijk’, schrijft hij nu. Het was geen hellend vlak. Het was een steeds weer aanpassen aan nieuwe omstandigheden. De samenleving is veranderd. En daarmee de opvattingen in de samenleving. Hij wil zich daar niet meer aan onttrekken. Hij is de ethiek anders gaan bekijken. Meer als vragen stellen over wat we doen. Voor Lindeboom en Drogendijk was ‘leven’ een absoluut begrip. Post brengt kwalificaties aan, spreekt van leven ‘zoals het bedoeld is’, signaleert dat de medische wetenschap levens kan verlengen tot ver over de grens daarvan heen. Hoe ver moet je doorgaan met behandelen? Voor zijn leermeesters was dat helder. Voor Post niet meer.   

Hij vindt discussie over die vraag des te noodzakelijker omdat we steeds ouder worden. Mannen worden in 2040 gemiddeld 83 jaar, vrouwen 87 jaar. Dat goede nieuws klinkt al heel wat minder goed, als je weet dat de meeste mensen rond hun 62e een of andere chronische ziekte krijgen en dat die leeftijdsgrens niet opschuift. Een paar jaar langer leven komt meestal neer op een paar jaar langer chronisch ziek. 

Wil je dat? Wil je die extra levensjaren? Wil je langer leven met Alzheimer of Parkinson. Met permanente pijn of in een rolstoel na een hersenbloeding? Er zullen er niet veel zijn die daar ‘ja’ op zeggen. Maar kun je er wat aan doen, zodat je dat niet overkomt? Ja dat kan, stelt Post, en zijn boek gaat voor een belangrijk deel over wat je dan moet ondernemen. Met een uitdrukkelijk accent op ‘van te voren ondernemen’. Dat wil zeggen als alles nog goed is. Zorg voor een schriftelijke wilsbeschikking, die zo gedetailleerd mogelijk omschrijft wat je nog wel wilt en wat niet meer. Zorg voor een gevolmachtigde, die namens jou kan zeggen wat je wilde als je daar zelf, bijvoorbeeld na een hersenbloeding, niet meer toe in staat bent. Zorg voor een levenstestament. Post vermeldt waar je zo’n testament kunt opvragen, laat zien wat je als patiënt wel en niet van de artsen kunt verwachten. 

Post is voorzichtig als het gaat over euthanasie. Hij ziet niets in het voorstel van de Nederlandse Vereniging voor Euthanasie (NVVE) om euthanasieteams de plaats van artsen in te laten nemen. Ook ziet hij niets in een Levenseindekliniek, zoals die volgens hun website sinds maart van dit jaar in ambulante vorm draait. 

Euthanasie moet volgens hem ingebed zijn in de relatie tussen arts en patiënt. Sleutelbegrippen in die relatie zijn kwaliteit en waardigheid. Uiteindelijk heeft de patiënt het voor het zeggen. Maar hij moet daartoe wel inhoudelijk toegerust zijn. Is de gemiddelde patiënt dat? De arts, op zijn beurt, moet ‘goed doen’, niet schaden, respect hebben voor de autonomie van de patiënt en rechtvaardigheid betrachten. Zorg heeft te maken met aandacht en tijd. Is er in de tegenwoordige behandelkamers, waar klok en tijdsdruk de dienst uitmaken, nog ruimte voor een diepgaand, gelijkwaardig gesprek tussen arts en patiënt, zoals Post voorstaat? 

Soms lijkt het of Post een ideale wereld schetst. Een wereld waarin dokters, door de week zowel als in het weekeinde, tijd hebben voor hun patiënten. Waarin patiënten hebben nagedacht over wat nog kwaliteit van leven is. Waarin arts en patiënt de emotionele en intellectuele vermogens hebben voor een inhoudelijk gesprek over leven en dood. 

Bevordert de huidige ontwikkeling van de gezondheidszorg in ons land een klimaat waarin dat soort gesprekken gedijt? Was het maar waar! De ontwikkeling is pal de andere kant op.  Met financiële afwegingen in plaats van inhoudelijke. Met protocollen in plaats van het eigen inzicht van de arts. Met omzet in plaats van kwaliteit. Post’ boek roeit tegen die stroom in. Dat is sympathiek, maar geeft tegelijk een onzeker gevoel. Ook over de eigen toekomst. Fluit hij in het donker? Is er autonomie als puntje bij paaltje komt? Des te belangrijker glashelder te weten wat je zelf wilt, dat goed te documenteren en heel goed op te letten bij de artsenkeuze. Daarmee ben je er nog niet. Maar zonder dat ben je sowieso helemaal nergens. 

 

Doeke Post, De dood komt steeds later. Het einde van het leven in discussie.

Uitgeverij Meinema € 17,40