Het denken blijft doorgaan

Maand: oktober 2017

Hoe serieus wordt de burger genomen?

Voor de gemeente Blaricum zijn het spannende tijden. De Provincie Noord-Holland wil een bestuurlijke fusie (lees opheffen en samenvoegen) van Blaricum, Huizen en Laren (BHL). BHL wil zelfstandig blijven, ambtelijk nauwer samenwerken en wethouders die tegenover drie gemeenteraden verantwoordelijk zijn voor regionale onderwerpen.

Bij die reactie kun je een paar vragen stellen. Hoe stelt de BHL zich die ambtelijke samenwerking voor? Hoe kan in het huidige systeem één wethouder tegenover drie gemeenteraden verantwoordelijk zijn? Begrijpelijke vragen en terecht dan ook dat de Provincie de colleges van Burgemeesters en Wethouders van de BHL gevraagd heeft om nadere toelichting en onderbouwing. Veel tijd daarvoor hebben de colleges trouwens niet. Uiterlijk de eerste week van oktober moest het uitgewerkte voorstel bij de Provincie liggen. Waarom dat op zo’n korte termijn moet, is me trouwens een raadsel; de Provincie verwijst naar de termijn in de door haar gekozen arhi-procedure. Zoals we weten uit diverse sprookjes wordt een voorschrift (wie aanklopt bij het kasteel voor de hand van de schone prinses moet een onoplosbaar raadsel oplossen, anders gaat zijn kop er af) niet minder raadselachtig door verwijzing naar een raadselachtige procedure.

BVV’31

De burgemeesters van de BHL zijn keihard aan het werk en hebben de raadsleden voorafgaand aan de raadsvergadering van 26 september vertrouwelijk bijgepraat. Tijdens de Raadsvergadering zelf is over dit onderwerp met geen woord  esproken. Ik weet het want ik was er bij. Het was een hele zit die tot iets voor half twaalf duurde. Die lange duur werd veroorzaakt door het voortgaande gesteggel over de geheimhouding van een paar  tukken die helderheid zouden moeten verschaffen over mogelijke oneffenheden bij de aanbesteding van twee kunstgrasvelden en wat kleedkamers voor de Blaricumse Voetbalvereniging BVV’31.

Ik heb de stukken niet gezien. Ik heb er geen mening over. Wel verbaasde me de heftigheid van de emotie rond het onderwerp. Het moet de machtsvraag zijn, bedacht ik me toen ik tijdens de  Raadsvergadering al het heen en weer weer eens, want niet voor de eerste keer, aanhoorde. Uiteindelijk ging het bij de kunstgrasvelden om de vraag wie de baas is in het dorp. De Blaricummers die  elkaar informeel weten te vinden en in een mum van tijd een plan hebben voor het probleem van hun voetbalvereniging waar alle betrokkenen mee kunnen leven? Of ‘de anderen’ die, en ook weer niet ten onrechte, wijzen op Europese aanbestedingsregels en bestuurlijke transparantie en met wantrouwen vervuld kijken naar de pijlsnelle wijze waarop BVV’31 zijn problemen opgelost zag. Intussen is  de Raad (ook weer vertrouwelijk) helemaal bijgepraat en heeft in meerderheid besloten dat je verschillend kunt denken over de gekozen aanpak en dat de geheimhouding kan worden opgeheven.  Tijdens de Raadsvergadering kon je haast het gesis horen waarmee de lucht liep uit deze strak opgeblazen ballon.

Alles over een dorpsrel. Niets, zelfs niet in mededelende zin, over waar het echt om gaat: de bestuurlijke toekomst van ons dorp. Eerst was ik verbaasd, later iets van beledigd. Hoe serieus wordt de burger genomen?

Betonblokken

Als u dit leest ligt de Blaricumse Kermis (BK) al weer een maand achter ons. Maar nu, nu ik dit schrijf, niet. Nu is het woensdag 23 augustus. De eerste zomerse dag van augustus en de laatste dag van de BK. Ik vind kermis wel mooi. Vroeger was het volgens mij vooral boerenlol. Nu zie ik veel opa’s en oma’s met kleinkinderen. Met daarnaast wat ik maar aanduid als ‘geroutineerd kermispubliek’. Ik zie ze alleen op de BK en vraag me altijd af waar ze de rest van het jaar zijn. Ik zou ze niet willen missen. Ze horen er bij als de oliebollenkraam.

Maar kermis moet ook meer zijn. Iets van het hele dorp. Iets van samen. Een glas in de hand, zachtjes meedeinen op de muziek. Kijken naar ringsteken, touwtrekken, of gewoon naar elkaar aan de tap van Moeke of de Oude Tak. Kermis heeft iets met saamhorigheid.

Ik ben niet zo’n “onderdompelen in de groep” type. De middagwandeling met de hond heb ik zo verlegd dat ik langs de kermisattracties loop. Beschouw het als mijn bijdrage aan de saamhorigheid. Iedere middag kijk ik mijn ogen uit. Meisjes die braaf zitten te wachten in een heen en weer machine die ze straks zo hard zal ronddraaien dat de paardenstaart ze haaks op het hoofd staat. Ze gillen het uit. Gewoon, tegenover de al lang gesloten Rabobank. Prozaïscher gebouw kun je je niet voorstellen. En toch. Pure extase.

Iets verderop trekken de botsauto’s hun banen. Ik kijk graag naar botsauto’s. Als kind al. Ik zie altijd hetzelfde. Altijd is er een man (altijd een man) die alle botsingen vermijdt en zijn wagentje over de vloer stuurt alsof hij een lading porselein van A naar B moet brengen. Altijd zijn er de uitgelaten botsers, die alleen maar willen botsen en daardoor nauwelijks vooruit komen. Altijd zijn er de chauffeurs van het gemiddelde, die gewoon rijden en dan ineens alsof ze overmand worden door een niet te weerstane drang, het stuur omgooien om te botsen. Hele generaties botsers zijn gekomen en gegaan. De types zijn gebleven. Ik kijk naar eeuwigheid. Zo maar op een woensdag. In mijn eigen dorp.

Zou het met saamhorigheid net zo zijn als met de botsautootjes? Generaties komen en gaan, gevoelens van saamhorigheid blijven? Roept het samen komen op het Oranjeweidje of aan de tap dezelfde saamhorigheidsgevoelens op als vroeger?

En dan zie ik de betonblokken. Het zijn er drie. Ze liggen aan begin en einde van de afgesloten straten. “Verstandig”, denk ik, “veilig achter de blokken”. Toch verschuift er iets. De blokken laten zien dat er iets van de vanzelfsprekendheid weg is. Heeft dat invloed op mijn gevoel van saamhorigheid? Wordt het er door meer naar binnen gericht? Meer als contrast met de boze buitenwereld?
De blokken bepalen me er bij dat saamhorigheid niet als vanzelf komt aanwaaien. Je moet er iets voor doen. In de eerste plaats bewust leven. En je moet je verantwoordelijk voelen. Verantwoordelijk voor de kwaliteit van je omgeving. En waakzaam. Daarom deden die betonblokken mij goed.

© 2024 Jan Greven

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑