Onze schat. Mijn oogappel. Onze lieve, lieve Aartje. Het ergste is werkelijkheid geworden. Ze is er niet meer. Onbereikbaar geworden door de dood. We zijn verstomd. Hoe gaan we verder zonder haar?
Ik weet dat nog niet. Wij weten dat nog niet. Wat een voorrecht was het haar als dochter te hebben! Zo trouw, loyaal. Zo liefdevol. Met kleine attenties liet ze blijken hoeveel ze van je hield. Ze was geestig, een tikje cynisch, in elk geval ironisch.
Ik haalde haar graag op als ze naar ons toe kwam. Onveranderd op station Naarden Bussum. Haar bezoekjes duurden nooit lang. Aa had het niet zo op lang bij anderen blijven, ouders of geen ouders. Een kopje thee, een borrel, gezellig eten en dezelfde avond met de trein weer naar huis. Want thuis was ze het liefst.
Alleen. Met haar spullen om haar heen. Zorgvuldig uitgezochte spullen die een maximum aan comfort en geborgenheid gaven. Een ligbank voor de televisie, boeken, muziek, dvd’s met films. Warm als haar ziel, een verlengstuk van haar zelf. Uit alles bleek haar levenskunst. Een op eigen welbevinden gerichte levenskunst. Tegelijk was Aa royaal voor anderen en narcistisch noch egocentrisch. Dat kan.
Aartje was één van die zeldzame mensen die genoeg had aan zichzelf.
In de familie vieren we kerst altijd op kerstavond. Aa bleef dan wel slapen maar wou, na het ontbijt, op Eerste Kerstdag graag terug naar huis. ‘Wat ga je nu doen?’, vroeg ik toen ik haar thuis afzette. “Een boodschapje als de winkels open zijn en verder sluit ik me twee dagen op in mijn huisje. Heerlijk.” Aa had weinig met Kerst Inn.
Ze was wezenlijk zelfstandig. Waar was dat op gebaseerd? Rechtstreeks viel haar dat niet te vragen. Ze had een ommuurd tuintje diep in haar, waar zij zelf als enige toegang had. Ze had haar leven zorgvuldig opgebouwd. Moeilijkheden overwonnen. Ik denk dat haar geheim, en haar wijsheid was, dat als je A hebt, dat je dan ook niet B kunt hebben.
Aa had geen kinderwens. Hoe vaak hebben we dat niet moeten uitleggen? Het voor haar moeten opnemen. Nee, Aa vond kinderen enig, verwende haar nichtjes en de kinderen van haar vrienden, maar vond het heerlijk als ze hen weer bij hun ouders kon achterlaten en alleen naar huis mocht. Ook de gedachte aan een minnaar, of minnares had geen bekoring voor haar. Hoe vaak hebben we niet gehoord: ‘En, heeft Aa al een vriendje?’ Oh, nee, is Aa lesbisch? Wat je je al niet moet laten welgevallen met kinderen die niet gaan voor huisje, boompje, beestje. We legden het uit en werden 9 van de 10 keer niet geloofd. Dat kan toch niet! Dat iemand én geen vriend én geen kinderen wilde en toch gelukkig is. Aa onthulde door haar levenswijze de intolerantie van onze cultuur tegenover afwijkend gedrag en de krankzinnige waardering van het moederschap.
Aa paste niet in het patroon. Maar leed daar niet onder. Ook dat moesten we er altijd bij zeggen: Ze is écht gelukkig. Aa was het alternatief. Wat kun je beter, mooier hebben dan zo’n prachtige, relativerende, zelfstandige dochter. We waren, en zijn buitengewoon trots op Aa.
Maar Aa was geen heilige. Als ik haar ophaalde van Naarden Bussum, was ik, nog voor ik de twee haakse bochten om het station heen kunnen nemen, al volledig bijgepraat over in haar omgeving aangetroffen onrecht. Onrecht was er altijd. Aa zag het als een buizerd een veldmuis: van grote hoogte en met oog voor detail. Niet allen onrecht wekte trouwens haar verontwaardiging. Ook onbillijkheid, botheid, vleierij, menselijke lust, krenterigheid, vernedering en humeurigheid wonden haar op. Ze kon messcherp analyseren en zichzelf buiten schot plaatsen door haar verhalen met cynische humor te kruiden. Daardoor bleef ze altijd, hoewel zeer betrokken, buitenstaander. ‘Schrijf het op! Schrijf het in godsnaam op!, riep ik dan tegen haar. Aa grinnikte dan wat: Ik wist wel dat je dat zou zeggen. Deed het niet. Maar is de laatste tijd toch met haar ervaringen van de afgelopen jaren in de uitgeverij aan de slag gegaan.
Al had ze haar twijfels. Uit integriteit en solidariteit. ‘Ik heb toch beloofd niets over het bedrijf naar buiten te brengen?’ “Als jouw baas zich daar bij anderen aan gehouden had, had hij de helft van zijn boeken niet kunnen uitgeven’, zei ik. Ja, zei ze, “hij zegt zelf altijd: Als je er maar boven zet dat de gebeurtenissen beschreven in dit boek niet berusten op feitelijkheid, kom je er via de vrijheid van meningsuiting wel weg mee.” Dan zet jij erboven: “De gebeurtenissen in dit boek zijn volstrekt ongeloofwaardig, maar berusten geheel op feitelijkheid”. Zo was ze aan de slag. En we zouden in mei en juni samen twee maanden naar Bonaire om te kijken of er wat van te maken viel. Daar verheugden we ons buitengewoon op.
Ik zei al : Aa was geen heilige. Ze was voor je of tegen je. Had je haar hart, dan had je haar hart ook voorgoed. Maar ze had ook haar humeuren en een hele lijst van zaken en personen waar ze een hekel aan had. Die lijst liet zich lezen als een keizerlijk chinese encyclodedie. Met bovenaan de moedertjes met kinderbakfiets, die op grond van meegevoerd kindertal rekenen op verkeersimmuniteit, de toeristen bij het Anna Frank huis die de Gracht versperden, überhaupt toeristen, zeker als ze onverwacht de straat over steken, schrijvers die teruglopende verkoopcijfers compenseren met kapsones, journalisten en alle anderen die ooit een opmerking gemaakt hadden die bij Aa in het verkeerde keelgat gevallen was. Aa onthield alles, kon lachen als je haar er mee plaagde, maar gaf geen krimp.
Aa’s ballotage was uitzonderlijk streng. Als ik hier rond kijk en mijn ogen over jullie laat heen gaan, vermoed ik dat Aa toch met een lichte frons naar, schat ik, een vijfde tot wellicht zelfs een kwart van de aanwezigen had gekeken. Zo lief en zacht als ze kon zijn, zo hard, ongemakkelijk en compromisloos was ze dan.
Hoe zou dat komen? Ik denk dat, zoals ze zich in haar huisje met alleen prettige dingen omringde, dat ze dat ook zo wilde met de mensen om haar heen. In haar werk was dat soms moeilijk. Werken met en voor mensen die ze niet zag zitten, was niet haar sterkste punt. Daarom was ze ook opgelucht toen ze in juni ontslag nam en op eigen houtje verder ging. Ze leefde op. Er was iets van haar afgevallen. Al had ze goede jaren op haar werk gehad.
Veel mensen vragen ons: wat kunnen wij voor jullie doen? Een ding vooral kunnen jullie voor ons doen en dat is Aa recht te doen. Haar te gedenken als een bijzondere vrouw, die genoot van het leven, zich verbaasde over de absurditeit van de mensen en het leven zelf, er met humor en, soms cynisme, over kon praten. Als iemand met een groot vermogen om lief te hebben.
Tegenover de dood staan we machteloos. Wat we wél kunnen doen is, ook na Aa’s dood, betekenisvol te leven, te weigeren het leven te laten wegsijpelen in onbenulligheden. Rechtop te blijven. Rechtop, dat past bij Aa. Tegelijk: heerlijk om vandaag jullie steun te ervaren en straks op jullie steun te mogen rekenen. Reken in jullie verdriet ook op de steun van Vera en mij.
Zo, zoals Aa, zo zelfstandig, zo sterk, maar ook zo grenzeloos verbonden met wie je lief hebt, zo kun je leven. Ach, wat hebben we van haar gehouden. Sterker dan de dood is de liefde. Sterker dan de dood is de wil om waardig en goed te leven. Moge de nagedachtenis van onze lieve, lieve Aartje ons allen daarbij tot zegen zijn.
Ontroerend als je dit leest. Iets ergers kan een mens inderdaad niet overkomen. Een vrouw die door haar bijzondere karakter vaak onbegrip zal hebben ervaren. Een parel minder!Een voorbeeld.
wat een mooie dochter, wat een mooie vader…
Wat we wél kunnen doen is, ook na Aa’s dood, betekenisvol te leven, te weigeren het leven te laten wegsijpelen in onbenulligheden. Rechtop te blijven. Rechtop, dat past bij Aa.Een prachtige passage. We zullen er naar proberen te leven.Peter
Wat hebt u uw gevoel en Aartje als persoon mooi onder woorden gebracht. Heel veel sterkte!
Beste Jan en Vera,Mijn gedachten zijn bij jullie en bij Aartje. Wat een prachtige tekst, het is alsof ik haar een beetje heb leren kennen. Wat een bijzonder, mooi, uniek mens. Ongelooflijk veel sterkte met dit enorme gemis.Liefs Laura
Beste Jan en Vera,Mijn gedachten zijn bij jullie en bij Aartje. Wat een prachtige tekst, het is alsof ik Aartje een beetje heb leren kennen. Wat een bijzonder, mooi, uniek mens. Ongelooflijk veel sterkte met dit enorme gemis.Liefs Laura
Beste Vera en Jan,Wat een bewonderenswaardig mooi portret heb je ons van jullie sterke dochter Aartje geschonken. Wat een navolgenswaardige levensmoed brengen jullie op. Zo leeft zij voort! In gedachten zijn wij bij jullie, en bidden jullie de kracht toe "recht op" te blijven gaan. Nico en Cara Ella
Beste Jan en Vera,Ontving gisteravond via Neeltje het overlijdensbericht van jullie bijzondere dochter Aartje. Ben blij met het prachtige in Memoriam, waardoor ik haar een beetje heb leren kennen. Wat zullen jullie haar missen. Wens jullie de tijd om de vele mooie herinneringen levend te houden. Veel sterkte. Henny.
Lieve lieve familie Greven, zojuist hoorde ik van de moeder van Irene dat Aartje is overleden, wat kan ik zeggen? woorden schietten altijd tekort……het vrolijke lieve meisje met een englen gezichtjeja ze was een Aart(je)sengetje en zo zal ik haar altijd blijven herinneren.alle alle liefs en sterkte voor de heele familie van Vicky!
Beste Jan en Vera,Ook ik hoorde van Aartjes plotselinge vertrek en leef met jullie mee.Ik kende haar niet maar over haar te lezen in jullie Memoriam doet me voelen dat zij een enig mens is en zeker ook een goede vriendin. We staan machteloos tegenover de dood maar in de liefde zijn we oppermachtig. Vooral op momenten van gemis wens ik jullie dan ook alle goeds toe vanuit de liefdesband met jullie dochter. Friso
Na zo’n prachtige herdenking kan en wil ik alleen maar stel zijn!